Emotionele verwaarlozing, huiselijk geweld, verdriet

De film gaat in essentie over veel meer dan de liefde tussen een dier en een jongen. Het gaat vooral over omgaan met verlies, het verwerken van verdriet en woede en over de moeilijkheid van het elkaar weer kunnen vinden na een tragische gebeurtenis. 

Dat zijn behoorlijk heftige thema’s, zeker voor een kinderfilm. Maar regisseur Boudewijn Koole vindt dat net goed. “Weet je wat het gekke is? Een op de vijf kinderen heeft te maken met huiselijk geweld. Het is iets wat heel veel kinderen meemaken. Wat je niet tegen je vriendje zegt, niet tegen je moeder, niet tegen je oma. Dat, en de dood. In elke klas zit een kind dat een broertje, zusje, vader of moeder heeft verloren. Tweehonderdduizend kinderen per jaar. Eén op de vier meisjes heeft te maken met seksueel geweld. Eén op de tien jongens wordt misbruikt. Dus het gebeurt de hele tijd. Dus waarom zou je kinderen daartegen beschermen in de cinema? Ik denk: ‘kom op, daar moeten films over gemaakt worden’.”

Vooral Jojo’s emotionele verwaarlozing springt in het oog. Hij geeft vaak aan papa aan dat hij op zoek is naar genegenheid en troost. Soms doet hij dat onhandig, zoals bij de uit de hand gelopen speelse vechtpartij in de zetel. En in zijn monologen aan de telefoon schetst hij aan moeder hoe het gedroomde huiselijke leven er volgens hem uitziet: dat hij lekker bij papa in bed mag kruipen en dat ze gezellig samen eten klaarmaken. En dat verjaardagen mogen gevierd worden. Maar keer op keer weigert papa om hem de affectie te geven waar Jojo zo naar verlangt. Als er al ruimte is om samen iets te doen, dan zijn het ‘stoere mannen-dingen’ (barbecue, schieten,…). Maar ook die momenten laten meestal een wrange nasmaak achter. Maar er is meer aan de hand. Het gaat niet enkel om het ontzeggen van genegenheid. Soms komt het zelfs tot fysiek geweld. Mishandeling, dus.

Dat zijn behoorlijk heftige thema’s, zeker voor een kinderfilm. Maar regisseur Boudewijn Koole vindt dat net goed.